Waarom KTM er goed aan zou doen om toekomst te plannen zonder Acosta
In dit artikel:
De relatie tussen KTM en Pedro Acosta lijkt eind 2026 op een breuk aan te lopen: het contract van de 21-jarige Spanjaard loopt dan af en alle signalen wijzen erop dat hij niet automatisch bijtekent. Acosta — ex‑wereldkampioen in Moto3 en Moto2 en opgeleid in KTM’s eigen talentenpijplijn — schaart zich achter prestaties en stabiliteit, en die zijn in 2025 niet altijd geleverd door de RC16. Een onzekere technische ontwikkeling van de motor was één reden voor zijn onvrede; een nog grotere zorg vormt de zakelijke onrust rond KTM. Het merk verloor de afgelopen jaren ruim 80 procent van zijn beurswaarde, bouwde miljarden schuld op, wisselde van eigenaar en staat nu onder invloed van het Indiase Bajaj Auto, wat leidt tot managementwisselingen en onduidelijkheid over toekomstige prioriteiten — ook binnen het MotoGP‑project.
Eerder in het seizoen uitte Acosta zijn frustratie luidop en dacht hij aan vertrek vóór 2026. Toen dat geen optie bleek, veranderde hij koers: hij concentreerde zich op maximaal resultaat met het beschikbare materiaal en liet zien dat zijn talent intact is. Die strategie betaalde zich uit: met name in de tweede seizoenshelft klom hij dankzij vijf podiumplaatsen naar de vierde plek in het wereldkampioenschap met 307 punten — bijna het dubbele van teamgenoot Brad Binder. Die sterke cijfers hebben andere fabrikanten en teams op de rijdersmarkt getrokken.
Volgens Motorsport.com heeft Acosta een duidelijke voorkeur voor Ducati en het liefst een plek in het fabrieksteam. Of dat realistisch is, hangt van meerdere factoren af. Essentieel is of Ducati de contractverlenging van Marc Márquez rondkrijgt; het merk zou alles op alles zetten om Márquez te houden, en zijn salarismaatregel bepaalt vervolgens de financiële ruimte voor de tweede fabriekspiloot. Francesco Bagnaia blijft in beeld voor die rol, maar zijn comeback in 2026 is niet zeker. Mocht Bagnaia falen, dan zou Acosta volgens ingewijden een goede kans maken, ondanks dat dit betekent dat Ducati mogelijk afstand doet van de gebruikelijke interne hiërarchie.
Eerder liet Acosta al blijken bereid te zijn te wachten op een stap naar VR46, maar financiële eisen van KTM maakten een vervroegd vertrek onmogelijk. Voor KTM geldt dat het mogelijk zijn kroonjuweel verliest: Acosta is zowel sportief als vanuit huis gevormd door het merk, en een vertrek zou een zware klap zijn voor de lange‑termijnplannen in de koningsklasse.