Waarom Bottas en Pérez logische keuzes zijn voor Cadillac F1-team

In dit artikel:

Cadillac maakte dinsdag bekend dat het voor zijn geplande F1-debuut in 2026 twee routiniers aantrekt: Valtteri Bottas en Sergio Pérez. Beide 35-jarige coureurs waren beschikbaar nadat Sauber (Bottas) en Red Bull (Pérez) eind 2024 aangaven voor 2025 geen plek voor hen te hebben. Pérez had eerder in 2024 nog een contract voor 2025–2026 getekend, waardoor zijn vertrek extra pijnlijk was.

De keuze voor twee ervaren rijders is bewust: Bottas en Pérez brengen jarenlange kennis van topteams mee en kunnen Cadillac helpen snel operationele stappen te zetten. Hun technische input en vermogen om de auto nauwkeurig te beoordelen zijn vooral waardevol in een leerjaar waarin data en snelle afstellingen het verschil maken. Statistisch gezien leveren ze betrouwbaarheid en trackrecord: samen goed voor 532 Grand Prix-starts, 16 overwinningen, 23 pole-positions, 106 podiums en 3.435 punten. Uitvalpercentages van respectievelijk circa 11,4% (Bottas) en 13,5% (Pérez) onderstrepen hun consistente prestaties.

Er kleven echter ook nadelen aan deze route. Beide coureurs zijn op leeftijd, wat de houdbaarheid op lange termijn beperkt; op termijn zou jong talent voor meer pure snelheid kunnen zorgen. Cadillac wikte ook alternatieven zoals Felipe Drugovich, Mick Schumacher en Jak Crawford, maar besloot voor ervaring te gaan. Dat is een veilige strategie voor een nieuw team dat in 2026 wil leren en resultaten wil maximaliseren binnen het budgetplafond. Met Pérez haalt Cadillac bovendien commerciële voordelen binnen dankzij zijn sponsorrelaties, terwijl Bottas PR-waarde toevoegt door zijn persoonlijkheid en bereik.

Veel teams kozen in 2025 juist voor jonge talenten om hen aan de auto en organisatie te laten wennen vóór de grote reglementsreset in 2026. Cadillac kiest nu anders: niet de meest spectaculaire, maar wel een pragmatische opstelling die onmiddellijk inzetbare expertise en stabiliteit biedt tijdens het cruciale eerste seizoen.