Vandoorne krijgt voorproefje van F1 2026: "Coureurs met meer capaciteit hebben voordeel"
In dit artikel:
Stoffel Vandoorne (33) reed dinsdag tijdens de post-season Pirelli-test in Abu Dhabi namens Aston Martin 108 ronden in een zogenaamde mule car — een grondeffect‑basisauto aangepast om de verwachte downforce‑omstandigheden van het 2026‑reglement na te bootsen. Het doel van de sessie op Yas Marina was waardevolle data verzamelen voor de winterse simulatorwerkzaamheden zodat teams de correlatie tussen simulator en echte auto kunnen verbeteren.
Vandoorne omschrijft de proef als geslaagd, maar benadrukt dat rijden met fors minder neerwaartse druk een wezenlijk andere ervaring is: de auto voelt gevoeliger en “peaky”, fouten liggen sneller op de loer en coureurs moeten zichzelf herkalibreren. Hij merkt op dat mule cars niet specifiek zijn ontworpen om met zulke lage downforce te rijden, dus de echte 2026‑auto’s zullen alsnog anders aanvoelen. Uit eerdere simulatorruns meent hij wel al een beeld te hebben van 2026: minder downforce, hogere topsnelheden op de rechte stukken, meer glijden en wisselende onder‑ en overstuur, en daardoor een moeilijker te besturen pakket.
Een belangrijk nieuw element is het grotere management van beschikbare elektrische energie: deploymentstrategieën en hoeveelheden zullen per team anders zijn, wat tijdens races en op televisie tot variatie in prestaties per sector kan leiden. Carlos Sainz noemde al dat slimme rijders hier voordeel uit kunnen halen; Vandoorne deelt die visie. Wat banden betreft zag hij weinig radicale verschillen; Pirelli heeft de compounds licht aangepast voor lagere downforce, maar het algemene gevoel en gedrag van de band blijft volgens hem grotendeels hetzelfde.