Red Bull werkt aan Honda-deal, maar geen redding voor Tsunoda: Hadjar promoveert
In dit artikel:
Red Bull Racing stapt volgend jaar met een eigen krachtbron aan de start (het Red Bull Powertrains–Ford-project), waardoor zowel Red Bull Racing als Racing Bulls wisselen van motorleverancier. Die wissel raakt ook TPC-tests — FIA‑verplichte testdagen met auto’s van minstens twee jaar oud, bedoeld om rookies en talent uit de juniorprogramma’s rijtijd te geven. De FIA schrijft voor dat motorfabrikanten hun voormalige klantenteams motoren voor die TPC‑dagen moeten leveren, maar er is geen prijslimiet; leveranciers kunnen dus hoge vergoedingen vragen.
Tijdens het Grand Prix‑weekend in Qatar bevestigde Helmut Marko dat Red Bull in gesprek is met Honda over een TPC‑deal voor volgend jaar: “We hebben altijd een goede en eerlijke relatie met Honda gehad… we zijn op de goede weg om dit probleem op te lossen.” Die afspraken zijn belangrijk om bijvoorbeeld Arvid Lindblad extra F1‑kilometers te geven en andere junioren aan F1‑materiaal te laten wennen. De kosten voor dergelijke motorleveranties tellen niet onder het budgetplafond, waardoor grote teams het technisch kunnen dragen, maar niemand wil onnodig veel betalen — vandaar de lopende onderhandelingen.
De motordeal verandert niets aan de invulling van de racezitjes voor 2026: Isack Hadjar wordt de teamgenoot van Max Verstappen bij Red Bull Racing en Lindblad schuift door naar Racing Bulls. Het resterende zitje, waarop Yuki Tsunoda hoopte, lijkt te zijn toegewezen aan Liam Lawson, waardoor Tsunoda geen fulltime stoeltje heeft voor 2026. Honda‑interventie om hem elders te plaatsen bleek lastig in verband met het Ford‑project (zelfs een Honda‑sticker op zijn helm was problematisch). Mogelijk krijgt Tsunoda een reserverol en een TPC‑programma, maar dat is nog niet officieel. Voor Red Bull blijft het essentieel TPC‑tests te verzekeren omdat reguliere testdagen zeer beperkt zijn.