Nieuwe weg met Honda en Newey: zo wil Aston Martin naar de top van F1
In dit artikel:
Cowell van Aston Martin wil de renstal klaarmaken voor het nieuwe F1-reglement van 2026 door de organisatie om te vormen tot een flexibele, risiconemende ontwikkelmachine. Na enkele magere jaren en een ingrijpende transformatie rond het nieuwe hoofdkwartier bij Silverstone, ziet hij 2025 als een leerschool: de komst van sterontwerper Adrian Newey en ex‑Ferrari‑man Enrico Cardile leverde nog niet direct het gewenste resultaat, maar is nu volledig operationeel en richt zich op een auto voor 2026. Cowell stelt dat het team moet worden “een creatieve, plezierige, chaotische innovatiemachine”, maar benadrukt tegelijk het belang van duidelijke processen: experimenten moeten meetbare uitkomsten hebben en verantwoordelijkheden helder zijn zodat specialisten kunnen excelleren.
De update in Imola markeerde volgens hem een keerpunt — de auto liep beter, Aston Martin klom halverwege het seizoen naar zesde plaats en de nieuwe ontwikkeltools, waaronder de windtunnel, zijn effectief. Dat was belangrijk voor de moraal na jaren van veel updates zonder duidelijk tijdwinst. Voor 2026 wacht echter een omvangrijke technische opgave: fundamenteel andere aerodynamica, nieuwe motorregels en een lagere minimale massa. De overstap van Mercedes naar Honda betekent bovendien dat Aston Martin zelf transmissies en achterophanging ontwikkelt in plaats van klantonderdelen te gebruiken. Die integrale benadering vereist nauwe afstemming met Honda en levert meer vrijheid in achteras‑geometrie, maar zet teams onder strakke deadlines — de eerste echte test is Melbourne 2026. Cowell ziet ambitieuze doelen en snelle, efficiënte innovatie als doorslaggevend voor succes.