Newey benoemt grootste zwakke plek van Aston Martin richting F1 2026
In dit artikel:
Adrian Newey, de vermaarde Formule 1-ontwerper, heeft sinds maart zijn werkzaamheden bij Aston Martin hervat na een verplichte onderbreking. Hij werkt vanuit een modern glazen kantoor in de splinternieuwe Aston Martin Campus in Silverstone, de voormalige thuisbasis van Jordan. Hoewel de faciliteiten state-of-the-art zijn, erkent Newey dat er nog ruimte is voor verbetering, met name op het gebied van bepaalde tools en het teamproces.
De nieuwe windtunnel van Aston Martin wordt door Newey als wellicht de beste in de Formule 1 gezien, al is de productiviteit nog niet optimaal en wordt er nog aan doorontwikkeld. Volgens hem is de windtunnel belangrijk, maar het blijft uiteindelijk het ontwerp en de mensen die het verschil maken. Een groter aandachtspunt is de driver-in-the-loop simulator, die momenteel onvoldoende verband houdt met de praktijk. Deze simulator speelt een cruciale rol bij voertuigontwikkeling en het bepalen van de race-setup, maar kent nu een aanzienlijke beperking. Verwacht wordt dat het verbeteren ervan twee jaar zal duren, waardoor Aston Martin in 2026, wanneer het nieuwe reglement ingaat, nog met een handicap zal rijden.
Ook op menselijk vlak is volgens Newey nog werk aan de winkel. Het team beschikt over getalenteerde individuen, maar de samenwerking moet beter georganiseerd worden. De snelle groei van het team, dat uit de kleine teams Jordan, Force India en Racing Point voortkomt, heeft geleid tot performanceproblemen dit jaar, deels doordat het team nog zijn vorm moet vinden en effectiever moet leren samenwerken.
Voor Newey vormt deze fase van ontwikkeling juist een uitdaging en bron van motivatie. Hij ziet potentie in de aanwezige talenten en geniet van het werken met hen, met de hoop dat die samenwerking ook voor hen waardevol is. Ondanks de huidige beperkingen gelooft Newey in een positieve toekomst voor Aston Martin.