MotoGP-teams willen 'duidelijk protocol' na Bagnaia's Ducati-probleem in Japan
In dit artikel:
Op 4 oktober in Motegi kreeg Francesco Bagnaia tijdens zijn dominante race vanaf pole-position met nog vijf ronden te gaan rookvorming uit zijn Ducati, maar hij mocht toch doorrijden en won uiteindelijk. Reglementair geldt dat bij een technisch probleem dat een gevaar kan opleveren de zwarte vlag met oranje cirkel getoond moet worden: de coureur moet meteen de pits opzoeken en bij terugkeer wordt de motor door een official gecontroleerd.
Technisch directeur Danny Aldridge begaf zich direct naar de Ducati‑garage en sprak met algemeen directeur Gigi Dall'Igna. Na diens uitleg accepteerden Aldridge en wedstrijdleider Simon Crafar de verklaring, waardoor Bagnaia niet gestraft werd. Deze handelwijze leidde tot verontwaardiging bij meerdere fabrikanten, die om opheldering vroegen omdat twee weken eerder in Oostenrijk een bijna identieke rooksituatie bij Jack Miller wél tot handhaving van de regel leidde — Miller kreeg toen een straf en moest tien minuten in de pitbox wachten.
Fabrikanten eisen nu een eenduidig, consequent toepasbaar protocol. Volgens een teambaas komt rook vaak door overtollige olie die door uitlaathitte verbrandt en door iedere constructeur anders wordt beheerd; dat zou in Motegi een verklaarbare, gecontroleerde oorzaak zijn geweest. Andere teams waarschuwen juist dat aanhoudende rook op het asfalt kan condenseren tot olie en daardoor een echte veiligheidsrisico vormt voor rijders die later over dat stuk komen.
Daarnaast stuitte het cadeau-achtige karakter van Aldridges directe gesprek met Ducati — dat zelfs op televisie te zien was — op kritiek. Fabrikanten vragen daarom om verbeterde communicatielijnen, bijvoorbeeld een radiosysteem tussen teams en de wedstrijd‑, technische- en sportief directeuren, zodat technische problemen snel en intern uniform kunnen worden beoordeeld en opgevolgd.