Mercedes van Ayrton Senna gaat onder de hamer in Londen

In dit artikel:

De band tussen Ayrton Senna en de Mercedes‑Benz 190 E 2.3‑16 begint in mei 1984, tijdens een speciale Race of Champions ter gelegenheid van de heropening van het Nürburgring Grand Prix‑circuit. Mercedes had twintig toppers uit de autosport uitgenodigd — van oud‑wereldkampioenen als Niki Lauda en Jack Brabham tot aan jonge talenten als Alain Prost en de nog onervaren Senna, die pas vier Formule 1‑starts op zijn naam had. Senna was gekomen nadat Emerson Fittipaldi had afgezegd om naar Indianapolis te gaan.

Alle deelnemers reden identieke, licht aangepaste 190 E 2.3‑16’s (destijds het nieuwe sportieve model met een vier‑kleppen motor). In de kwalificatie zette Senna verrassend de derde tijd neer; in de onder natte omstandigheden verreden race won hij overtuigend, ruim voor Lauda. Die prestatie wordt vaak gezien als Senna’s eerste grote internationale doorbraak, naast zijn later behaalde tweede plaats in Monaco dat jaar.

Senna was zo gecharmeerd van de 190 E dat hij er zelf een kocht: in oktober 1985 haalde hij met Maurício Gugelmin zijn persoonlijke exemplaar bij de fabriek op en reed het naar zijn woning in Engeland. Hij verkocht de auto in november 1987 toen hij naar Monaco verhuisde. Het voertuig veranderde daarna meerdere keren van eigenaar, verhuisde in 2004 naar Australië en kreeg in 2016 Niki Lauda’s handtekening tijdens de Australische Grand Prix.

Op 1 november wordt deze historische 190 E geveild door RM Sotheby’s tijdens de London Motor Week; het veilinghuis verwacht een opbrengst tussen circa £220.000 en £250.000.