Hoe Michael Schumacher Ferrari in 2000 eindelijk terug naar de F1-top bracht
In dit artikel:
Ferrari-fans hadden jaren moeten wachten toen Michael Schumacher in 2000 eindelijk de wereldtitel voor het team veiligstelde. Na teleurstellingen in 1997 en 1998 en het seizoen 1999 waarin teamgenoot Eddie Irvine het kampioenschap tot de slotrace bevocht terwijl Schumacher door een zware crash geblesseerd raakte, kwam in 2000 nieuwkomer Rubens Barrichello naast Schumacher te zitten. Barrichello erkende bij zijn aantreden direct de nummer-twee-rol, maar zag de komst als kans om zich te meten met een van de besten.
Schumacher bevestigde snel zijn status als kopman door de eerste drie races van het seizoen te winnen en leidde het kampioenschap vrijwel het hele jaar, ondanks een reeks van drie opeenvolgende uitvalbeurten in de zomer die het klassement weer spannend maakten. Voor de voorlaatste Grand Prix in Suzuka, Japan, had hij een voorsprong van acht punten op Mika Häkkinen; twee extra punten ten opzichte van de Fin zouden voldoende zijn om wereldkampioen te worden.
De kwalificatie in Suzuka was adembenemend: Häkkinen zette een snelle tijd neer die Schumacher met minder dan een honderdste seconde verbeterde. In de wedstrijd nam Häkkinen bij de start de leiding, maar Schumacher bleef dichtbij en pakte na de pitstops door een succesvolle overcut de koppositie terug. Een cruciaal radiobericht van technisch directeur Ross Brawn gaf Schumacher het besef dat de titel binnen handbereik lag, temeer omdat inhalen op Suzuka zeer lastig is. Schumacher won de race met 1,8 seconde voorsprong op Häkkinen en bracht daarmee Ferrari na lange tijd weer een rijderswereldtitel — een moment dat hij later omschreef als “waanzinnig”.
Die zege markeerde het begin van een dominante periode: Schumacher behaalde uiteindelijk vijf opeenvolgende wereldtitels, een reeks die in de Formule 1 nog steeds ongeëvenaard is. Suzuka 2000 wordt herinnerd als een van de technisch en sportief beste races van zijn carrière, gedomineerd door de intense rivaliteit tussen Schumacher en Häkkinen en beslissende strategie in de pits.