Cadillac start van pole op Le Mans, maar Bourdais gelooft niet in zege
In dit artikel:
Cadillac domineerde de kwalificatie voor de Franse klassieker met de eerste twee startplaatsen dankzij sterke tijden in beide Hyperpole-sessies, met Jack Aitken en Sébastien Bourdais die in de eerste sessie het snelst waren, en Alex Lynn die uiteindelijk de pole-position pakte. Ondanks dit succes klonk Bourdais kritisch over de racekansen van Cadillac, uitte hij twijfels over de eerlijkheid van de Balance of Performance en beschuldigde hij sommige concurrenten van het zandzakken. Hij waarschuwde dat de race vooral draait om topsnelheid en dat cadeaus op rechte stukken bepalend kunnen zijn, waardoor het moeilijk wordt om te vechten als je de slipstream niet kunt benutten.
Hoewel Cadillac in vrije trainingen een vergelijkbaar tempo had als de rivalen, bleek in Hyperpole 2 dat Porsche en Ferrari hogere topsnelheden haalden dan Cadillac. Ferrari en Toyota, vooraf als favorieten gezien, startten verrassend ver achteraan in de topklasseringen, wat Bourdais sceptisch maakte—hij vermoedde misleiding, vooral van Ferrari, en vond enkele tijden ongeloofwaardig. Bourdais waarschuwde dat Toyota's bekende betrouwbaarheid en constante snelheid het voor Cadillac lastig maken om een topklassering te behalen, en dat ook Porsche en BMW sterke kanshebbers zijn.
Ondanks de pole-position van zijn team ziet Bourdais een overwinning als onwaarschijnlijk en zou een podium al als een grote prestatie gelden. Zijn analyse schetst een fel competitieve race waar snelheid, slimme tactiek en consistentie cruciaal zijn, maar waar volgens hem de regels en prestaties mogelijk niet geheel transparant zijn.