Albon: "Liever bodemplank van elke F1-auto controleren dan willekeurige tests"
In dit artikel:
De dubbele diskwalificatie van McLaren in de GP van Las Vegas — waardoor Lando Norris en Oscar Piastri punten verloren — en de eerdere uitsluiting van Lewis Hamilton in China vanwege een te dunne bodemplank zette de discussie over de plankregels opnieuw in de spotlight. Alexander Albon zegt achter de regel te staan die minimale dikte voorschrijft (om illegale performance en overmatige slijtage te voorkomen), maar vindt het oneerlijk dat alleen steekproefsgewijs wordt gecontroleerd. Idealiter zouden volgens hem alle twintig auto’s elk raceweekend worden nagekeken, maar dat is praktisch lastig: volledige legaliteitscontroles nemen veel tijd en soms vergen ze (gedeeltelijke) demontage van de auto.
Albon benadrukt bovendien hoe kwetsbaar moderne F1-auto’s zijn voor omgevingsfactoren: rijhoogte en plankslijtage worden mede bepaald door wind en baanomstandigheden, waardoor teams vaak defensief afstellen — vooral tijdens sprintweekenden of drukke evenementen met weinig vrije trainingen — en zo potentieel performance mislopen. Hij verwacht dat het onderwerp ook met de nieuwe reglementen volgend jaar relevant blijft, omdat de filosofie van zeer lage onderdelen aan de auto (voor- of achterzijde) behouden blijft; de discussie over controlepraktijken en eerlijkheid zal dus waarschijnlijk aanhouden.